Slavenarbeid
Januari 2006. Er wordt hard gewerkt aan De Lage Zij. Een aardig stuk van het wegennet is al aangelegd. De weg is gemaakt uit gietstukken van kunsthars. Ik heb één stuk straat met het bekende visgraatpatroon gekocht bij GM&S en daar zelf een flinke serie kopieën van gemaakt. De straat is gespoten met de airbrush en daarna ingewassen met voegenpasta van Anita Decor.
Het ballasten van de sporen is ook een leuke ruggenbreker. Ongeveer de helft van alle sporen is inmiddels voorzien van ballast. Vooral het schoonpeuterend van de rails na het aanbrengen van de ballast is een vervelend karweitje. De ballast is afkomstig van Woodland Scenics. Ik gebruik verschillende kleuren fijne ballast om de grindballast te imiteren die de NS in de jaren ’60 gebruikte.
Op een paar plekken schiet het groen al de grond uit. Het gras is een combinatie van verschillende merken grasvezels. Dankzij de Noch Grassmaster komen ze mooi overeind te staan. Het graslandschap wordt verder aangekleed met bomen, struiken, plantjes en molshopen.
Station Magerveen heeft perrons gekregen. In werkelijkheid hadden perrons op zulke stationnetjes vaak een zijkant van oude bielzen. De perrons werden bestraat met klinkers of voorzien van een dikke laag grind. Voor het model heb ik eerst een stukje rand gemaakt van styreen. Hiervan heb ik weer diverse kopieën gemaakt met giethars. De bestrating bestaat uit Slaters bakstenen.
In Zwabberdam stoppen de treinen inmiddels ook langs het perron. De perrons hebben de bekende betonnen randen die je in heel Nederland aantreft. Ook hier heb ik eerst een stukje gemaakt uit styreen en dat ongeveer 30 maal gedupliceerd. De randen zijn tegen een binnenwerk van foamboard geplakt en in de juiste kleur gespoten met de airbrush. De betrating komt later.
Een volgend klusje is het maken van Nederlandse armseinen voor de zijlijn naar Magerveen. De palen liggen al klaar. De seinen krijgen een universele aandrijving met geheugendraad die ik ook voor overwegen en andere zaken kan gebruiken. Ondertussen wordt het landschap groener en groener.
Groene vingers
Maart 2006. In het voorjaar schiet het groen de grond uit. Hoogste tijd dus om stevig de spade in de modelklei te zetten en een stukje landschap te bouwen. Een beetje realistisch groen vraagt om veel verschillende materialen. Hoe meer, hoe beter. Tenslotte groeit en bloeit in de echte natuur ook alles dwars door elkaar heen.
Wanneer de rommel weer een beetje opgeruimd is, blijft er een leuk stukje landschap over. Het lange gras op de spoordijk is een mengsel van verschillende tinten wildgras (Noch, Busch, Faller). Door steeds een andere samenstelling te gebruiken, krijg je afwisselende kleuren. Het gras is aangebracht met de Noch Gras-Master. Het apparaat zorgt ervoor dat alle grassprietjes netjes rechtop in de lijm komen te staan. Een aanrader.
Struiken en bossages zijn makkelijk te maken met de natuurmossen van Busch en materialen van Anita Decor. De bodembedekkers zijn stukken Heki Flor. Ook hier is het geheim om verschillende kleuren door elkaar te gebruiken. De kale plekken met zwarte aarde bestaan uit Woodland Scenics Turf Soil. Verder heb ik vooraf veel kleuren schuimvlokken en turf door elkaar gebruikt om allerlei kleine plantjes weer te geven. Het riet is van Busch, maar je kunt eigenlijk net zo goed een blokwitter uit de bouwmarkt kort knippen.
Wat is een polder zonder gemaal? In elk geval een heel natte polder. Overal in het westen van ons land kom je zulke kleine poldergemaaltjes tegen. Het model is losjes gebaseerd op zo’n gebouwtje in een polder bij mij in de buurt. Het is gebouwd met het bekende plaatmateriaal van Slaters en een handvol stripjes styreen. Eigenlijk zijn zulke kleine projecten het leukst om te doen. Binnen een paar uur zet je echt even iets neer. De brede sloot naar het gemaal wordt uiteraard nog voorzien van water. Daarvoor broed ik nog op een slimmere oplossing dan de dure producten van de bekende fabrikanten.
Zo begint de modelbaan er al een beetje uit te zien als een echte spoorlijn. Er is nog genoeg te doen. De rails kunnen wel een laagje roest gebruiken. Details als een relaiskast en een telefoon bij het sein ontbreken nog. De bovenleiding zal uiteindelijk als laatste worden geplaatst. Maar dat zal nog wel even duren....
Drie mijlpalen
Mei 2006. De afgelopen maanden is er flink gebouwd aan De Lage Zij. De rails liggen overal in de ballast. De sporen zijn verouderd door ze lichtjes met roestkleurige en zwarte verf te airbrushen. In werkelijkheid vind je langs het spoor allerlei attributen. Op De Lage Zij staan ze ook. Voor het sein staat een telefoonkastje, er achter een relaiskastje, een potje en een railtransformator.
De wisselmotoren zijn typisch Nederlands. Ik heb een stuk of vijf originelen gemaakt uit styreen en daar met giethars een hele serie kopieën van getrokken. Op foto’s uit de jaren ’60 zijn de wisselaandrijvingen donkerder dan tegenwoordig. Daarom heb ik ze stofgrijs geschilderd. De vrijbalken zijn ontstaan uit een strip driehoekig styreen. De vrijbalken geven aan tot waar een trein mag komen voor hij het wissel bezet.
De tweede mijlpaal zijn de armseinen. Na een aantal weken prutsen staan langs de zijlijn naar Magerveen voorbeeldgetrouwe en volledig functionerende Nederlandse armseinen. De seinen hebben een aandrijving met geheugendraad. Ze bewegen mooi langzaam en volstrekt geluidloos.
De vleugels van de armseinen kun je bestellen bij Philotrain. De rest van het sein zul je zelf moeten maken uit messing buisjes en strips. Het meeste werk is eigenlijk het schilderen en het maken van de aandrijving. De praktijk moet uitwijzen of de aandrijving ook op lange termijn betrouwbaar is. Hij is in elk geval zo gemaakt dat de beweging van de arm makkelijk af te stellen blijft.
De perrons van Zwabberdam zijn in de basis gereed. De familie Preiser kan fatsoenlijk in- en uitstappen. In een later stadium worden perrons verder aangekleed met een overkapping. Eerst moet de bovenleiding worden aangelegd en het stationsgebouw worden gebouwd. Maar voor het zover is, moet er nog een heleboel gebeuren...
Zomers geknutsel
Juli 2006. Het rare aan deze hobby is dat je soms denkt dat je hard hebt gewerkt, terwijl je je afvraagt wat je eigenlijk gedaan hebt. Zo is het ook bij De Lage Zij. De ombouw van De Hippel was een van de vele kleine zomerklusjes. Het locje tuft rond met een Lenz decoder met ‘Speicherbaustein’. De bouwsteen is niets anders dan een zware condensator die de loc over vieze stukjes rails helpt. Het effect is indrukwekkend. De Hippel bleef echt overal staan en nu echt nergens meer. Een aanrader dus.
De zomer was ook het moment om eens driftig gras te gaan zaaien. De Gras-Master van Noch bewijst goede diensten. Als je de truc een beetje door hebt, kun je mooie realistische graslandschappen maken. Een grasland is nooit egaal van kleur, behalve dan op een golfterrein. Door verschillende soorten gras te mengen, ziet het er al een stuk echter uit.
Het resultaat van een eerste ronde tuinieren. Het gras in de weilanden is lekker sappig; het gras op de spoordijk is wat meer uitgedroogd. In de kort gegraasde weilanden staan hier en daar plukken lang gras omhoog. De spoordijk is begroeid met onkruid en bloemetjes
De Gras-Master nodigt uit tot experimenteren. Wat kun je er nog meer mee doen? Nou, bijvoorbeeld een korenveld mee maken. De ondergrond wordt eerst ingesmeerd met een mengsel van bruine verf en lijm. Daarna kunnen de korenaren van Bush erin geschoten worden.
Details, details, details. Je ziet ze bijna niet, maar ze zijn er wel. Neem bijvoorbeeld de kabelgoten tussen de rails. De afdekplaten liggen ernaast en je ziet de kabels die er doorheen lopen. Het seinwezen was ook een tijdvretertje. Eindelijk staan alle seinen op de juiste plaats, inclusief de beveiliging voor het linker spoor.
2006