Plan V met LE 1035
De Plan V van Fleischmann is bijna niet meer weg te denken van de Nederlandse modelbaan. Het is dan ook één van de weinige Nederlandse treinstellen die in model verkrijgbaar zijn. De afgelopen jaren zagen al verschillende uitvoeringen het daglicht. Pas sinds kort worden de modellen digitaal voorbereid en hebben ze standaard zo’n handige NEM-aansluiting. Bij de oudere modellen is het inbouwen van een decoder een aardig klusje.
Technisch gezien bestaat het stel uit twee delen. Tussen de helft met motor en de helft zonder motor zit een tweepolige stroomvoerende koppeling. Alleen de helft zonder motor neemt stroom af; de motorwagen kan dus niet alleen rijden. Dat heeft ongetwijfeld te maken met het kunnen omschakelen tussen rails en bovenleiding, maar erg handig is de oplossing niet.
Als je het stel gaat ombouwen, heb je grofweg twee mogelijkheden. Of je bouwt één decoder in en zorgt een meerpolige verbinding tussen beide bakken. Of je zet een losse functiedecoder in de motorloze helft, zodat je de originele tweepolig koppeling kunt handhaven. Ik heb gekozen voor de laatste oplossing, omdat die het minst ingrijpend is voor het model en de kosten van zo’n extra decodertje erg meevallen. Bovendien blijven de bakken altijd makkelijk te (ont)koppelen.
Voor de Plan V heb ik twee decoders van Lenz gebruikt. De LE 1035 bewijst zijn nut in de bak met de motor. De LE 1035 is maar een paar euro duurder dan de LE 1025, maar biedt als extra de ‘silent drive’. Dat maakt zeker bij de ietwat ouderwetse Fleischmann motor een groot verschil. Het stel loopt een stuk stiller dan een andere Plan V met een LE 1025.
De andere helft is voorzien van een LF 100XF. De decoder heeft twee uitgangen die wisselen met de rijrichting. Daarop zijn de front- en sluitverlichting aangesloten. De overige twee uitgangen kunnen gebruikt worden voor de interieurverlichting en een extra lampje in de bestuurderscabine.
Het inbouwen van de decoders is redelijk rechttoe rechtaan. Bij deze oudere modellen moet het motorschild worden vervangen door een geïsoleerd exemplaar. Normaal is namelijk een motoraansluiting direct verbonden met het frame. Hierdoor ontstaat een kortsluiting die de decoder niet zal overleven. Het vervangende schild is te bestellen als onderdeel 50 4710. Helaas was het lange tijd niet leverbaar en daarom heb ik het oude motorschild met een slijpschijfje aangepast.
De lampjes zijn een ander punt van aandacht. Ze zijn vast met het frame verbonden en het is lastig om ze ervan te isoleren. Uiteindelijk heb ik besloten dat maar zo te laten en de aparte functiemassa (de blauwe draad) van de decoder niet te gebruiken. Bij het aansluiten van de lampjes moet een verbindingsstripje tussen de lampjes worden verwijderd. Aan de zijde met de LF 100XF moeten bovendien de twee bijgeleverde diodes worden ingebouwd.
De decoders worden los van elkaar geprogrammeerd. Het gedeelte zonder motor kan gewoon op het programmeerspoor worden gezet. De andere bak neemt geen stroom af en moet tijdelijk via de twee draadjes op de centrale worden aangesloten. Ik heb beide decoders hetzelfde nummer gegeven. Vergeet niet om de bovenleidingschakelaar te demonteren voor je de kap op het stel zet. Anders kan een vreemde spanning op de pantografen alsnog voor een kapotte decoder zorgen.
Een uitgebreid verslag is te lezen in de Railhobby van januari 2005.
2004