Afremmodule Märklin Motorola
De nieuwere Märklin locs stoppen erg abrupt voor een onveilig sein. De locs zijn voorzien van gelijkstroommotoren met een permanente magneet, die een heel sterk remmende werking heeft. Enige tijd geleden introduceerde Märklin een bouwsteen die de locs wel netjes laat afremmen: seinmodule 72441. De seinmodule ondervangt het geschetste probleem met een elektrotechnische oplossing. De module is echter vrij prijzig, terwijl de componenten in het kastje bijna niets kosten. Zelf zo'n module bouwen is gelukkig een fluitje van een cent.
De baan wordt verdeeld in drie geïsoleerde secties. De middelste sectie is de langste en heet de afremsectie. Locs met een hoogvermogen-aandrijving remmen namelijk af als ze een negatieve gelijkspanning gevoed krijgen en dat is precies wat er in de afremsectie gebeurt. De functies blijven daarbij aan. Dat geldt ook voor de rookgenerator en de geluidselektronica.
De overgangssectie voorkomt kortsluiting tussen de afremsectie en de rest van de baan. De derde sectie is een noodstop voor locs die niet hard genoeg afremmen. Deze sectie is stroomloos bij een rood sein. Zodra het sein op groen gaat, trekken de locs weer netjes op.
Locs met een bejaarde c80/c81/DELTA decoder blijven staan aan het begin van de afremsectie (getest met verschillende 'bouwjaren' decoders). Bij sommige locs met deze decoders blijft de functie gewoon aan (licht blijft branden), bij andere niet. Let op: zolang een loc bij een onveilig sein in een van de drie secties staat, kan de decoder geen commando's ontvangen.
Lengtes | |
Overgangssectie: | 9 cm (1/2 rail) |
Afremsectie: | 90 cm (5 rails) |
Noodstopsectie: | 18 cm (1 rail) |
Zelf bouwen op strokenprint
De schakeling is eenvoudig te bouwen op een klein stukje printplaat. Ik nam hiervoor een stukje strokenprint van 11 baantjes bij 14 gaatjes. Afhankelijk van het gebruikte relias, zal de opbouw van de printplaat iets anders zijn. Zie mijn versie daarom vooral als voorbeeld en maak je eigen printje.
Let bij de montage van de onderdelen op de juiste richting. Vergeet ook niet de onderbrekingen in de baantjes te maken. De onderdelen zijn te koop bij elke elektronicazaak of te bestellen bij Conrad of Reichelt.
Onderdelen | |
Onderdeel | Waarde |
Printplaat | Stukje strokenprint |
R1, R2 | 1,5 Kilo Ohm |
D1, D2, D3 | 1N4002 |
C1 | 220 µF 40 Volt |
Relais | 2 x wisselcontact, bistabiel, 24 Volt |
De module is snel in elkaar te solderen met een kleine soldeerbout. Vergeet niet de draadbrug aan de rechterkant van het relais te maken. Het onderbreken van de baantjes gaat het makkelijkst met een 5 mm boortje.
Aansluitingen | |
• Overgangssectie | • |
• Op groen (van decoder/schakelaar) | • |
• Op rood (van decoder/schakelaar) | • |
• | • |
• Afremsectie | Noodstop sectie • |
• 16 V AC | • |
• Rijspanning | • |
• | • |
• Massa | • |
Zo ziet de complete module er uit. De
richting van D3 hangt af van hoe je de schakeling aansluit op
de baan. Als het relais niet goed werkt, moet je D3 omdraaien.
Nu nog aansluiten op de baan en remmen maar!
Variant voor lichtseinen
Eenvoudige lichtseinen hebben geen ingebouwd relais of andere aansturing. Met een tweede relais kun je ze via de module aansluiten op een standaard wisselschakelaar of wisseldecoder.
Oplossing met een simpel monostabiel relais
Bistabiele relais zijn lastiger verkrijgbaar en vaak duurder dan simpele monostabiele relais. Kan ook het daarmee? Jazeker! Bijvoorbeeld door handig gebruik te maken van het contact voor de stopsectie op het sein. Je vindt zo'n contact op o.a. de Viessmann seinen en de oude Märklin armseinen. In plaats van de stopsectie schakelt het contact nu de seinmodule, die er op zijn beurt weer voor zorgt dat de trein stopt. Als je gaat nabouwen: het relais is hier getekend in de bekrachtigde toestand.
Monostabiel relais zonder sein
Je hebt niet per se een duur armsein nodig; je kunt de seinmodule ook direct aansturen met een accessoiredecoder of schakelaartje. De decoder moet permanent spanning geven in plaats van een korte puls zoals een wisseldecoder. De klassieke K84 van Märklin is zo'n decoder, maar ook de SA-DEC-4 van LDT en zo zijn er nog veel meer. Bij veel moderne decoders kun je opgeven of een uitgang permanent spanning of een puls afgeeft. Deze decoders kun je eveneens gebruiken. Als je gaat nabouwen: het relais is hier getekend in de bekrachtigde toestand.
Monostabiel relais met lichtsein
Voortbordurend op het vorige schema, kun je weer een variant met een lichtsein maken. Het sein wordt door de accessoiredecoder (of een schakelaartje) aangestuurd. Het relais op de seinmodule schakelt mee met de lampen van het sein. Ook nu geldt weer dat het relais aantrekt in de veilige stand van het sein. Het is het gemakkelijkst om hierbij een lichtsein met gemeenschappelijke massa (common cathode) te gebruiken. Als je gaat nabouwen: het relais is hier getekend in de bekrachtigde toestand.
Monostabiel relais als 'houdschakeling'
Je kunt ook twee monostabiele relais gebruiken om een bistabiel relais te maken. Deze klassieke oplossing wordt de 'houdschakeling' genoemd. Het ene relais houdt zichzelf aangetrokken totdat het andere relais kort de spanning onderbreekt.
Een eerder verslag is te lezen in het oktober 2001 nummer van Railhobby.
2001, 2016